Maleisië is een heel veelzijdig land. Waarschijnlijk begint je reis in de hoofdstad, Kuala Lumpur. Dit is een enorme metropool met wolkenkrabbers. Maar Maleisië heeft ook veel verschillende nationale parken, waar je onder andere de bedreigde orang-oetan kunt spotten. Je kunt het rustigere eiland Langkawi bezoeken voor de nodige ontspanning. Of je kunt gaan voor een echt backpackerseiland met veel streetfood en gezellige barretjes. Houd je van afwisseling, cultuur, natuur en lekker eten? Dan is dit een land voor jou!
Ik vertel je over mijn ervaring met het land en ik deel mijn reisroute voor 3 weken in Maleisië!
Vanaf Amsterdam is het ongeveer 12 uur vliegen naar Kuala Lumpur. Kuala Lumpur is een onwijs grote stad waar superveel te doen is. Wij besloten om 2 volle dagen hier te verblijven om vervolgens door te vliegen naar Borneo.
We bezochten het KL Eco Forest park, dit is het enige stukje regenwoud dat overgebleven is in Kuala Lumpur. Je kunt de iconische Petronas Twin Towers bezoeken, tot 2003 was dit het hoogste gebouw ter wereld. Net buiten Kuala Lumpur vind je de Batu Caves, dit is een grottentempel met de bekende regenboogtrappen.
Binnenkort zal ik een aparte blog schrijven met alleen tips voor Kuala Lumpur.
Batu caves vlakbij Kuala Lumpur
Bako National park: dag 4 & 5
Vanaf Kuala Lumpur is het ongeveer een anderhalf uur vliegen naar Kuching (Borneo). Vanaf de luchthaven kun je met een taxi of bus naar Bako National park en vanaf hier moet je ongeveer nog 10 minuutjes met een boot varen om bij de lodges te komen.
Bako national park is het oudste nationale park van Sarawak. Je hebt de keuze om te kamperen op de camping, slapen in het hostel of je kunt kiezen voor de lodges. Wij verbleven in lodge type 6. De lodges zijn basic, maar voor een nachtje is dit prima. Het is raadzaam om zelf snacks mee te nemen. Er is wel eten bij de lodges, maar dit is vaak 3 keer per dag hetzelfde en je betaalt per schep.
Je kunt de lodges het beste van tevoren boeken, omdat er maar een beperkt aantal plekken zijn. Bako National park is compleet afgelegen en is de beste plek om de bedreigde neusapen te spotten.
Het park heeft 18 wandeltrials. De paden zijn duidelijk aangegeven en van goede kwaliteit. De trails kun je op eigen gelegenheid doen of met een gids. Je hoeft alleen je naam en de tijd dat je weggaat op te schrijven in een boek. Informeer eventueel bij de receptie hoe zwaar elke trail is om te doen. Er zijn ook een aantal trails die je naar het strand leiden. Let wel op: je kan niet bij elk strand zwemmen i.v.m. krokodillen.
Neusaap in Bako National park
Kuching: dag 5,6 en 7
Rond 15:00 pakten wij de boot vanaf Bako National park. Vanaf hier gingen we met de Grab (Aziatische Uber) naar onze volgende accommodatie. Kuching is de hoofdstad van het eiland Sarawak (Borneo). Kuching betekent “kat” in het Maleis. Het staat daarom ook bekend als kattenstad. Je ziet dit in souvenirwinkels terug, maar ook vind je standbeelden met katten.
In Kuching is niet zo heel veel te doen; eigenlijk zijn veel mensen hier voor de uitstapjes naar Semenggoh National park en Bako National park. Semenggoh is een park waar de orang-oetans worden verzorgd en beschermd. Het is een groot park dus er bestaat ook een kans dat je helemaal geen orang-oetans ziet (dit is alleen maar goed teken). Het park ligt op ongeveer een half uur rijden van Kuching.
Orang-oetans in Semenggoh national park
Een ander hoogtepunt in Kuching is Topspot. Dit is een enorme foodmarket boven op een parkeergarage waar je voor lage prijzen goed kunt eten. De foodcourt staat vooral bekend om veel vis en schaal- en schelpdieren.
Topspot foodcourt
Langkawi: dag 8,9,10,11,12 en 13
Om op Langkawi te komen, moet je vanaf Kuching naar Kuala Lumpur vliegen om daar over te stappen en vervolgens naar Langkawi te vliegen.
Langkawi is een groot eiland waar veel te doen is. Als er over Langkawi wordt gesproken, gaat het meestal om het hoofdeiland. Daar omheen liggen ongeveer 100 eilandjes. Een voordeel van Langkawi is dat er een taxfree status heeft. De prijzen liggen daardoor lager dan in de rest van Maleisië. Vooral op alcohol en tabak kan dit flink wat schelen.
Het eiland heeft mooie stranden en een natuurrijk binnenland, daardoor is dit een prima eiland om met een scooter of auto te verkennen. De wegen zijn goed en veilig en het is relatief rustig op de weg.
Een aanrader om te doen is een jetskitour. Je bent dan de hele dag op pad met een gids en bezoekt verschillende eilandjes. Elk eiland is anders en wij sloten af op een privé eiland waar de locals een barbecue organiseerden. Een unieke ervaring!
Wat je ook zeker niet mag missen is de Langkawi cable car. Dit is een attractie waar je een mooi uitzicht hebt over het eiland en de omliggende eilandjes. Als je boven bent, is er ook een sky bridge. Dit is een lange brug met veel uitzichtpunten. Je kunt ook makkelijk met een boot naar het Thaise eiland Koh Lipe.
scooter rijden op Langkawi
Penang: dag 13,14,15,16 en 17
Vanaf Langkawi is het ongeveer 3 uur varen met de ferry naar Penang. De hoofdstad van Penang is Georgetown. Dit staat bekend als leukste stad van Maleisië. Het is hectisch en heeft veel Chinese invloeden. Ik had er vooraf niet zulke hele hoge verwachtingen van, maar ik vind dit eiland echt geweldig!
Penang is een echt backpackers eiland; je vindt er ontzettend veel streetfood en leuke barretjes. Het staat bekend als het foodparadijs van het land. Overal kun je hier eten vinden. Het is goedkoop, lekker en authentiek. Er is een hoop te doen en het is een mix tussen oud en nieuw. Penang is een vrij druk eiland in vergelijking met Langkawi.
Een aanrader is de Kek Lok Si tempel, de grootste boeddhistische tempel van Maleisië. De tempel ligt een paar kilometer buiten Georgetown met een uitzicht over het eiland.
Neem ook zeker even de tijd om streetart te spotten in Georgetown. Het leuke aan de streetart in Georgetown vind ik dat er bestaande objecten in de streetart worden verwerkt. Dit maakt het nog levendiger. Vaak zit er een verhaal achter de streetart, wat het nog interessanter maakt.
Kek lok si tempel in Penang
Cameron Highlands: dag 17,18 en 19
Vanaf Penang is het ongeveer 5 uurtjes met de bus rijden naar de Cameron Highlands. Dit is wel een route door de bergen, waardoor je misselijk zou kunnen worden. Dus ben je snel wagenziek? Neem dan een reispilletje in.
In de Cameron Highlands hangt een koeler klimaat. Het is een graadje of 20 en je kunt hier soms regen verwachten. Door dit perfecte klimaat is het ideaal om thee te verbouwen. Ik vond dit heerlijk na 2 weken benauwd en klam weer. Bij de Cameron Highlands bezoek je de theeplantages, een absoluut hoogtepunt van je reis.
De meeste accommodaties organiseren de dagtour door de Cameron Highlands. Je gaat dan ’s ochtends vroeg om de plantages te bezoeken met mooie uitzichten. Vervolgens zie je in een fabriek hoe de thee wordt verwerkt. Er is een stop in het restaurant waar je de verse thee kunt proeven en eventueel een souvenir kunt kopen. Vervolgens rij je door naar Mount Brinchang, één van de hoogste bergen in Maleisië. Tot slot vervolg je de reis naar Mossy forest. Het bos is klein en gemaakt van mos. Een sprookjesachtig gezicht. Door de hoogte en de grote hoeveelheid vocht krijgt het mos genoeg kans om te groeien.
Er is een klein dorpje waar je wat kunt eten in de Cameron Highlands Buiten de theeplantages om, is er niet heel gek veel te doen. Toch is het zeker de moeite waard om een reis naartoe te maken.
Theeplantages in de Cameron Highlands
Kuala Lumpur: dag 19,20 en 21
Vanaf Cameron Highlands is het ongeveer 5 uur rijden naar Kuala Lumpur. Wij verbleven nu aan de andere kant van de stad waardoor we makkelijker toegang hadden tot andere activiteiten.
Na 3 prachtige, actieve weken genoten wij nog even van het zwembad en het lekkere eten voordat we terug vliegen naar Nederland. Ik kan dit land voor iedereen aanraden!
0 reacties